Debby, 41 jaar
·
· Ik heb zelf CF
Geplaatst in thema's: Gezondheid & medische zorg, School & opleiding, Puberteit

“Een persoonlijke overwinning”

Al snel na mijn geboorte ontdekten mijn ouders dat er iets met mij aan de hand was. Ik had veel last van vastzittend slijm, onverklaarbare aanhoudende hoest en ik had vaak longontstekingen.
Toen ik twee was bleek na een ziekenhuisopname van zes weken dat ik CF heb. Mijn ouders kenden deze ziekte niet en de arts vertelde hen dat ik niet oud zou worden. Dit was natuurlijk vreselijk voor mijn familie. In de loop der tijd moest ik steeds meer medicijnen gebruiken en heb ik therapieën gevolgd. Ik leerde zelfs als kind mijn sonde zelf in te brengen wanneer ik teveel afviel! Ik lag vaak in het ziekenhuis, ook met feestdagen zoals met kerst. Dan werd het op de afdeling gezellig gemaakt, werd de tafel gedekt en aten we samen. Dit was toen heel gewoon en ik noemde het ‘mijn tweede thuis’.

Intussen miste ik natuurlijk veel op school, maar dit werd opgelost door de 'ziekenhuisschool'. Vanaf groep drie zat ik op een speciale school voor langdurig zieke kinderen, dit was nodig. Als klein meisje was ik hier de hele dag, ik ging er naar de fysiotherapeut, ik kon er slapen en rusten wanneer nodig, en ’s middags aten we met elkaar warm eten. Aan het eind van de middag werd ik opgehaald door een taxi-bus en weer thuisgebracht.

Al had ik veel ziekteverzuim, ik kon behoorlijk goed meekomen op de middelbare school en ik heb deze ook afgemaakt. Ik was sociaal en maakte snel en goed contact.
Ik moest vaak door mijn moeder gebracht worden, of met de bus naar school. Ik was dan zo blij als er een plekje vrij was in de bus zodat ik even kon rusten. Maar dan maakten ouderen vervelende opmerkingen, ze verwachtten dat ik op zou staan. Of als ik een enorme hoestbui had, dan hoorde ik weleens “die moet er nog een roken!".

Waar ik mee worstelde, waren de opmerkingen op school van mijn klasgenoten. Bijvoorbeeld wanneer ik door mijn ziekte niet mee kon doen met gym, of als ik niet kon hardlopen zoals de anderen.
Door hierover te praten met mijn mentor én de kinderen die hierbij betrokken waren, kon ik dit gelukkig oplossen. Dit was voor mij persoonlijk een overwinning! Want ik moest me hiervoor kwetsbaar opstellen en dan maar hopen dat er naar je geluisterd werd. Dit lukte en leverde me zelfs vriendschappen op en meer duidelijkheid. Hoe meer ik me ging openstellen, hoe meer ik zag dat niet alle volwassenen en kinderen hetzelfde zijn. Al lukte het mij ondanks mijn voornemens niet altijd om het pestgedrag en de opmerkingen bespreekbaar te maken. Dan ging ik de confrontatie uit de weg.

Door er gedichten over te schrijven kon ik er voor mezelf toch woorden aan geven en dit heeft mij erg geholpen. Ik wist niet dat ik het dichten in me had! Maar ik had genoeg ‘voeding’ en inspiratie. Door het schrijven, woorden te geven aan mijn gevoel, kon ik de druk in mij wegnemen. Lichamelijk, maar ook mentaal, kwam ik daarmee tot rust. Ik kon dit schrijven echt zien als een uitlaatklep. 
Wat ook hielp is dat ik op mijn 18e voor het eerst een vriendje kreeg, dit was heel bijzonder. Ik was veel bij hem thuis en hij hielp mij echt met van alles, geen slijm- of hoestbui was hem teveel. We gingen uit, naar de bios, maar we hebben ook het ziekenhuis veel samen bezocht in die tijd. Hij steunde mij, dat voelde voor mij als een warme deken. Ik voelde mij daardoor minder snel alleen en minder eenzaam.
 

Debby, 41 jaar
Ik ben Debby, 38 jaar en ik heb CF. Ik woon met mijn man in een mooi dorpje in de buurt van Nijmegen

Gerelateerd aan

·
Marc, 60 jaar
·
Patrick, 51 jaar
·
Heidi, 34 jaar

Wil jij ook anderen helpen met jouw verhaal?

Deel jouw verhaal
HomeThema'sErvaringsverhalenSteunpilaren